Biodiversiteit
Nijmegen-west is voor zo’n klein, stedelijk gebied behoorlijk divers. De rivier, de stuwwal en het laaggelegen gebied daartussen. Van oudsher is het een goed landbouwgebied en nog steeds is Nijmegen-west opvallend groen.
Op deze pagina besteden we aandacht aan de soortenrijkdom in Nijmegen-west en aan de ruimtelijke inrichting die dit bevordert en aan wat bewoners kunnen doen om het voorkomen van verschillende plant- en diersoorten te bevorderen.
Vogels
Een aantal vogels voelt zich thuis in de stad en heeft de stadsomgeving tot zijn leefgebied gemaakt. Denk aan de huismus, spreeuw, merel, zwarte roodstaart en gierzwaluw. In totaal zijn er ruim 80 soorten die je soms of vaker in de stad kunt tegenkomen.
Met sommige vogels zie je steeds vaker, zoals eenden en ganzen. De slechtvalk heeft in de laatste jaren zelfs een spectaculaire groei doorgemaakt.
Andere vogels gaan in aantallen (licht) achteruit. De huismus was een halve eeuw geleden nog het meest voorkomend, maar heeft moeten inleveren. Net zoals de huiszwaluw. Met de merel gaat het de laatste jaren slechter.
Er zijn verschillende oorzaken voor deze achteruitgang. Beter geïsoleerde huizen (minder kieren), minder insecten en minder braakliggende terreinen.
Zelf doen
Wij kunnen bijdragen aan een meer gevarieerde vogelpopulatie rondom ons huis. Ga daarvoor naar de website van Vogelbescherming.


Insecten
In Nederland leven ongeveer 350 soorten wilde bijen. Velen daarvan vinden hun thuis in de stad. Het bouwen van een insectenhotel is altijd goed om bijen en andere insecten onderdak te bieden.
Maar er zijn ook veel bijensoorten die daar geen behoefte aan hebben. Die maken hun huis in de aarde of tussen de rommel. Een rommelige tuin is sowieso goed voor veel insecten.
Daarnaast is een gevarieerde tuin waarin het hele jaar bloemen bloeien aantrekkelijk voor mensen én voor insecten en het natuurlijk belangrijk om geen gif te gebruiken. Probeer je buren ook van de gifspuit af te houden.